Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. roeien:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for roeien from Dutch to German

roeien:

roeien verb (roei, roeit, roeide, roeiden, geroeid)

  1. roeien
    rudern
    • rudern verb (rudere, ruderst, rudert, ruderte, rudertet, gerudert)

Conjugations for roeien:

o.t.t.
  1. roei
  2. roeit
  3. roeit
  4. roeien
  5. roeien
  6. roeien
o.v.t.
  1. roeide
  2. roeide
  3. roeide
  4. roeiden
  5. roeiden
  6. roeiden
v.t.t.
  1. heb geroeid
  2. hebt geroeid
  3. heeft geroeid
  4. hebben geroeid
  5. hebben geroeid
  6. hebben geroeid
v.v.t.
  1. had geroeid
  2. had geroeid
  3. had geroeid
  4. hadden geroeid
  5. hadden geroeid
  6. hadden geroeid
o.t.t.t.
  1. zal roeien
  2. zult roeien
  3. zal roeien
  4. zullen roeien
  5. zullen roeien
  6. zullen roeien
o.v.t.t.
  1. zou roeien
  2. zou roeien
  3. zou roeien
  4. zouden roeien
  5. zouden roeien
  6. zouden roeien
diversen
  1. roei!
  2. roeit!
  3. geroeid
  4. roeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for roeien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
rudern roeien

Wiktionary Translations for roeien:

roeien
verb
  1. zich met behulp van roeispanen in een boot ergens begeven
roeien
verb
  1. sich unter Zuhilfenahme von Riemen oder Skulls in einem Ruderboot fortbewegen
noun
  1. Sportart, bei der ein Boot mithilfe eines Ruders fortbewegt wird

Cross Translation:
FromToVia
roeien rudern row — transitive:to propel over water using oars
roeien Ruder; Rudern; Rudersport aviron — rame
roeien messen; abmessen; aufmessen mesurer — Chercher à connaître, ou déterminer une quantité par le moyen d’une mesure.
roeien rudern ramer — Manœuvrer la rame

External Machine Translations: