Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. scheiding:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for scheiding from Dutch to German

scheiding:

scheiding [de ~ (v)] nomen

  1. de scheiding (segregatie; verbreking)
    die Scheidung; die Trennung; der Einschnitt; die Unterbrechung; der Bruch; die Teilung

Translation Matrix for scheiding:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bruch scheiding; segregatie; verbreking afval; barst; breken; breuk; breukgetal; fractuur; groeve; knak; knik; krak; mijnschacht; ontwarring; rotzooi; scheur; vuilnis
Einschnitt scheiding; segregatie; verbreking barst; brandgang; gat; groef; haal; inkeping; inkerving; insnijding; jaap; keep; kerf; kloof; kras; opening; pennekras; reet; scheur; snede; snee; snijwond; split; sponning; uitsparing; vore
Scheidung scheiding; segregatie; verbreking echtscheiding; ontwarring
Teilung scheiding; segregatie; verbreking celdeling; deling; ontwarring
Trennung scheiding; segregatie; verbreking afscheiding; afsplitsing; afzondering; beschot; breken; isolering; ontwarring; schifting; schot; selectie; splitsen; tussenmuur; tussenschot
Unterbrechung scheiding; segregatie; verbreking bemoeienis; breken; breuk; inlating; inmenging; interruptie; onderbreken; onderbreking; pauze; respijt; rustpauze; storing; tussenpoos; uitstel; verbreken; verbreking; verpozing

Related Words for "scheiding":


Synonyms for "scheiding":


Related Definitions for "scheiding":

  1. beëindiging van een huwelijk1
    • de kinderen hebben de scheiding goed opgenomen1
  2. het uit elkaar gaan of uit elkaar zijn1
    • de scheiding duurde drie dagen1
  3. lijn op je hoofd waar het haar in verschillende richtingen gaat1
    • je moet een scheiding in je haar kammen1

Wiktionary Translations for scheiding:


Cross Translation:
FromToVia
scheiding Teilung division — act or process of dividing anything
scheiding Trennung separation — act of disuniting two or more things
scheiding Streifen; Strich; Rochen raieligne tracer sur une surface.

External Machine Translations: