Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. graat:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for graat from Dutch to German

graat:

graat [de ~] nomen

  1. de graat (beentje van een vis; visgraat)
    die Gräte; die Fischgräte

Translation Matrix for graat:

NounRelated TranslationsOther Translations
Fischgräte beentje van een vis; graat; visgraat
Gräte beentje van een vis; graat; visgraat

Related Words for "graat":

  • graten, graatje, graatjes

Wiktionary Translations for graat:

graat
noun
  1. botje van een vis

Cross Translation:
FromToVia
graat Bein; Knochen bone — component of a skeleton
graat Fischgräte; Gräte fishbone — bone of a fish
graat Knochen; Gebein os — squelette|fr indén|fr tissu dur et calcifié du squelette des animaux vertébrés, consistant en très grande partie en carbonate de calcium, phosphate de calcium et gélatine.

Related Translations for graat