Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. spaander:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for spaander from Dutch to German

spaander:

spaander [de ~ (m)] nomen

  1. de spaander
    der Span; der Holzspan

Translation Matrix for spaander:

NounRelated TranslationsOther Translations
Holzspan spaander houtkrul; houtspaander; spaan; zaagmeel; zaagsel
Span spaander afvijlsel; haarkrul; houtkrul; houtsnip; houtspaander; krul; spaan; vijlsel; vijlspaan; zaagmeel; zaagsel

Related Words for "spaander":


Wiktionary Translations for spaander:

spaander
noun
  1. langwerpig stukje hout dat bij het hakken afvalt.