Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. lokaliteit:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for lokaliteit from Dutch to German

lokaliteit:

lokaliteit [de ~ (v)] nomen

  1. de lokaliteit (café; kroeg; taveerne; tapperij; bar)
    die Kneipe; die Gaststätte; die Schenke; Gasthaus; die Wirtsstube; die Gastwirtschaft; die Wirtschaft; Wirtshaus

Translation Matrix for lokaliteit:

NounRelated TranslationsOther Translations
Gasthaus bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café; café-hotel; gasthuis; herberg; knijp; kroeg; logement; tapperij; taveerne
Gaststätte bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café; café-hotel; coffeeshop; eetcafé; eetgelegenheid; eethuis; eethuisje; espressobar; herberg; kantine; knijp; koffiehuis; koffieshop; kroeg; lunchlokaliteit; lunchroom; restaurant; restauratie; schaftlokaal; tapperij; taveerne; theehuis; uitspanning
Gastwirtschaft bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café; café-hotel; coffeeshop; espressobar; gasthuis; gelagkamer; herberg; knijp; koffiehuis; koffieshop; kroeg; logement; lunchlokaliteit; lunchroom; tapperij; taveerne; theehuis; uitspanning
Kneipe bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café; coffeeshop; espressobar; knijp; koffiehuis; koffieshop; kroeg; lunchlokaliteit; lunchroom; tapperij; taveerne; theehuis; uitspanning
Schenke bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café; coffeeshop; espressobar; hofschenkers; knijp; koffiehuis; koffieshop; kroeg; lunchlokaliteit; lunchroom; tapperij; taveerne; theehuis; uitspanning
Wirtschaft bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne ambacht; bedrijfsleven; café; economie; economiestudie; knijp; kroeg; métier; staathuishoudkunde; stiel; tapperij; taveerne; vak; volkshuishouding
Wirtshaus bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café; coffeeshop; espressobar; knijp; koffiehuis; koffieshop; kroeg; lunchlokaliteit; lunchroom; tapperij; taveerne; theehuis; uitspanning
Wirtsstube bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne coffeeshop; espressobar; gelagkamer; koffiehuis; koffieshop; lunchlokaliteit; lunchroom; theehuis; uitspanning

Related Words for "lokaliteit":

  • lokaliteiten

Wiktionary Translations for lokaliteit:


Cross Translation:
FromToVia
lokaliteit Ort; Fleck; Platz; Stätte; Stelle; Terrain lieuportion de l’espace, soit prise en elle-même, soit considérée par rapport à ce qui l’occuper.
lokaliteit Dorf; Ort; Wohnort; Fleck; Platz; Stätte; Stelle; Terrain localitélieu habité.
lokaliteit Posten; Stätte; Terrain placelieu, endroit, espace qu’occuper ou que peut occuper une personne, une chose.