Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. toezicht:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toezicht from Dutch to German

toezicht:

toezicht [het ~] nomen

  1. het toezicht (beheer; controle; bewaking; )
    die Verwaltung; die Kontrolle; die Administration

Translation Matrix for toezicht:

NounRelated TranslationsOther Translations
Administration beheer; bescherming; bewaking; controle; hoede; toezicht; zeggenschap; zorg
Kontrolle beheer; bescherming; bewaking; controle; hoede; toezicht; zeggenschap; zorg beheersing; besturing; bewaking; check up; controle; hoede; inspectie; kaartcontrole; keuring; surveillance; zelfbeheersing
Verwaltung beheer; bescherming; bewaking; controle; hoede; toezicht; zeggenschap; zorg Beheer; administratie; bestuur; koers; management; politiek; route

Related Definitions for "toezicht":

  1. erop letten om te kijken of het goed gaat1
    • de politie hield toezicht op het verkeer1

Wiktionary Translations for toezicht:

toezicht
noun
  1. in de gaten houden, letten op
toezicht
noun
  1. Beobachtung, Kontrolle, Überwachung
  2. aufmerksame, anhaltende Beobachtung zwecks Kontrolle

Cross Translation:
FromToVia
toezicht Kontrolle contrôle — désuet|fr État nominatif des personnes qui appartenir à un corps, à une troupe.
toezicht Überwachung; Beaufsichtigung surveillanceaction de surveiller.

Related Translations for toezicht