Summary
French to Dutch: more detail...
-
prêt à faire voile:
-
Wiktionary:
prêt à faire voile → zeilklaar, zeilree, zeilvaardig
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for prêt à faire voile from French to Dutch
prêt à faire voile: (*Using Word and Sentence Splitter)
- prêt: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; voltooid; geëindigd; afgedaan; beëindigd; gepleegd; gedaan; gereed; gaar; volbracht; doorgekookt; paraat; snel; vlot; vlug; rap; gekookt; genegen; startklaar; lening
- âpreté: barheid; bitterheid; wrangheid; guurheid
- A: EVERYONE; A
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- faire: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; scheppen; in het leven roepen; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; veroorzaken; aandoen; aanrichten; aanstichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; berokkenen; afronden; beëindigen; afwerken; afmaken; klaarmaken; voltooien; volbrengen; completeren; volmaken; afkrijgen; een einde maken aan; klaarkrijgen; praktiseren; sport uitoefenen; voor elkaar krijgen; tot stand brengen
- à faire: haalbaar; te doen; realiseerbaar; verwezenlijkbaar; bereikbaar; toegankelijk; begaanbaar; taak
- voile: sluier; voile; mist; nevel; waas; zeilsport; dekmantel; tuigage; zeilwerk; heiigheid
- voiler: bedekken; omhullen; hullen; maskeren; inhullen; camoufleren; in omgeving op laten gaan; verstoppen; verbergen; achterhouden; verduisteren; verhullen; wegstoppen; versluieren; bemantelen; verheimelijken; verbloemen
- voilé: verborgen; verscholen; verhuld; verdoezeld; onduidelijk; vaag; mat; flauw; wazig; mistig; onhelder; vagelijk; nevelachtig; niet uitbundig; bedekt; verkapt; gesluierd; verholen; versluierd; verbloemd; schemerig; schimmig; vaag zichtbaar
Wiktionary Translations for prêt à faire voile:
prêt à faire voile
adjective
-
gereed om te gaan zeilen
Related Translations for prêt à faire voile
Dutch
Detailed Translations for prêt à faire voile from Dutch to French
prêt à faire voile: (*Using Word and Sentence Splitter)
- pret: folie; bêtise; blague; bordel; satisfaction; gaieté; farce; plaisanterie; sottise; allégresse; rigolade; raillerie; réjouissance; stupidité; badinage; bouffonnerie; cocasserie; belle humeur; cris d'allégresse; plaisir; joie; passion; pulsion sexuelle
- A: TOUS PUBLICS; A
- à: à
- fair: juste; sincère; franchement; franc; honnête; équitable; légitime; honnêtement; loyal; avec raison; de jeu; de bonne foi; fair-play; avec justice; avec équité
- voile: voile; voilette