Interglot - allure: French and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Remove Ads

Summary

French to Dutch: more detail...

allure:
- verschijning; uiterlijk; voorkomen; gedaante; type; buitenkant; vorm; vertoon; aanzien; aangezicht; gelaat; snelheid; vlotheid; vaart; rapiditeit; gezwindheid; schielijkheid; tempo; rapheid; vlugheid; allure; air; gang van een paard; draf; tred; in volle vaart; rijsnelheid; kwiekheid
Wiktionary:
- allure → snelheid, tempo, vaart, aanblik, aanzien, air, verschijning, schijn, uiterlijk, voorkomen, zeilstand

Dutch to French: more detail...

allure:
- apparence; allure; air; aspect

French

Detailed Translations for allure from French to Dutch

allure:

allure [la ~] nomen

l'allure (apparence; forme; figure; mine; aspect; air; physique; extérieur)
de verschijning; het uiterlijk; het voorkomen; de gedaante; het type; de buitenkant; de vorm; het vertoon; het aanzien; het aangezicht; het gelaat
- verschijning [de ~ (v)] nomen
- uiterlijk [het ~] nomen
- voorkomen [het ~] nomen
- gedaante [de ~ (v)] nomen
- type [het ~] nomen
- buitenkant [de ~ (m)] nomen
- vorm [de ~ (m)] nomen
- vertoon [het ~] nomen
- aanzien [het ~] nomen
- aangezicht [het ~] nomen
- gelaat [het ~] nomen
l'allure (rapidité; vélocité; promptitude; précipitation; vitesse)
de snelheid; de vlotheid; de vaart; rapiditeit; de gezwindheid; de schielijkheid; het tempo; rapheid; de vlugheid
- snelheid [de ~ (v)] nomen
- vlotheid [de ~ (v)] nomen
- vaart [de ~] nomen
- rapiditeit [znw.] nomen
- gezwindheid [de ~ (v)] nomen
- schielijkheid [de ~ (v)] nomen
- tempo [het ~] nomen
- rapheid [znw.] nomen
- vlugheid [de ~ (v)] nomen
l'allure (apparence; air; aspect)
de allure; het aanzien
- allure [de ~] nomen
- aanzien [het ~] nomen
l'allure (airs; apparence)
het air
- air [het ~] nomen
l'allure (trot; galop)
gang van een paard; de draf
- gang van een paard [znw.] nomen
- draf [de ~ (m)] nomen
l'allure (démarche; pas)
de tred
- tred [de ~ (m)] nomen
l'allure (à toute allure; vitesse; marche)
in volle vaart; de vaart
- in volle vaart [znw.] nomen
- vaart [de ~] nomen
l'allure (vitesse de conduite; vitesse; train)
de rijsnelheid
- rijsnelheid [de ~ (v)] nomen
l'allure (agilité; vitesse; rapidité; vélocité)
kwiekheid
- kwiekheid [znw.] nomen

Translation Matrix for allure:

Noun	Related Translations	Other Translations
aangezicht	air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique	air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; face; façade; figure; front; physionomie; physique; spectacle; visage; visibilité; vision; vue
aanzien	air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique	air; apparence; aspect; considération; excellence; extérieur; grandeur; mine; notoriété; prestige; renommée; respectabilité; réputation; statut; supériorité; état
air	airs; allure; apparence
allure	air; allure; apparence; aspect
buitenkant	air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique	air de quelqu'un; apparence; aspect; boîte; carton; côté extérieur; dehors; emballage; empaquetage; enveloppe; extérieur; face externe; physique
draf	allure; galop; trot
gang van een paard	allure; galop; trot
gedaante	air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique	air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; ombre; physique; posture; silhouette; stature; taille
gelaat	air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique	face; figure; physionomie; spectacle; visage; visibilité; vision; vue
gezwindheid	allure; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité
in volle vaart	allure; marche; vitesse; à toute allure
kwiekheid	agilité; allure; rapidité; vitesse; vélocité
rapheid	allure; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité
rapiditeit	allure; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité
rijsnelheid	allure; train; vitesse; vitesse de conduite
schielijkheid	allure; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité	rapidité
snelheid	allure; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité	précipitation; rapidité; train; urgence; vitesse; vitesse de conduite
tempo	allure; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité	précipitation; rapidité; train; urgence; vitesse; vitesse de conduite
tred	allure; démarche; pas
type	air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique	catégorie; classe; espèce; genre; sorte; subdivision; type
uiterlijk	air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique	air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; physique; silhouette; stature; taille
vaart	allure; marche; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité; à toute allure	canal; précipitation; rapidité; train; urgence; vitesse; vitesse de conduite
verschijning	air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique	air de quelqu'un; apparence; apparition; aspect; comparution; connaissance; dehors; esprit; extérieur; fantôme; figure; forme; génie; hantise; intellect; intelligence; parution; physique; raison; revenant; silhouette; spectre; vision; âme
vertoon	air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique	air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; démonstration; extérieur; manifestation; physique
vlotheid	allure; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité
vlugheid	allure; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité	intelligence; rapidité; vivacité
voorkomen	air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique	air de quelqu'un; apparence; aspect; camouflage; changement d'habits; couverture; dehors; devanture; déguisement; extérieur; façade; manteau; mascarade; masque; physique; pignon; travestissement
vorm	air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique	air de quelqu'un; apparence; aspect; configuration; contour; dehors; extérieur; façon; forme; forme modèle; manière; marge; matrice; modèle; moulage; moule; physique; plâtre; posture; surmoulage; être en forme
Verb	Related Translations	Other Translations
aanzien		jeter les yeux sur; jeter un coup d'oeil sur; jeter un regard; regarder
voorkomen		advenir; parer à; parer à un inconvénient; prévenir; remédier à; se passer; se présenter
Adjective	Related Translations	Other Translations
uiterlijk		apparemment; au plus tard; de l'extérieur; de loin; du dehors; en apparence; en dernier lieu; externe; extérieur; extérieurement; tout au plus
Other	Related Translations	Other Translations
voorkomen		empêcher; entraver; faire obstacle à; interdire

Synonyms for "allure":

air; atmosphère; mélodie; démarche; trot; rythme; amble; apparence; aspect; mine; extérieur; physionomie; visage; attitude; contenance; maintien; posture; comportement; style; tournure; conduite; manière; activité; agissements; actes; moeurs; erre; vitesse; forme; configuration; contour; disposition; figure; façon; arrangement; galop; canter; galopade; train; course; look; genre; image; marche; déambulation; mouvement; locomotion; promenade; randonnée; progression; avance; retraite; pas; prestance; solennité; port; silhouette; galbe; ligne; profil; tracé; stature; gabarit; taille; grandeur; hauteur; dimension; tempo; touche; contact; palpe; tour; caractère; convoi

Wiktionary Translations for allure:

allure

noun

façon d’aller, de marcher.
- allure → snelheid; tempo; vaart; aanblik; aanzien; air; verschijning; schijn; uiterlijk; voorkomen; zeilstand

allure

noun

een opgebouwde snelheid
- vaart → allure

alluré:

Synonyms for "alluré":

chic; élégant; sélect

External Machine Translations:

Related Translations for allure

Dutch

Detailed Translations for allure from Dutch to French

allure:

allure [de ~] nomen

de allure (aanzien)
l'apparence; l'allure; l'air; l'aspect
- apparence [la ~] nomen
- allure [la ~] nomen
- air [le ~] nomen
- aspect [le ~] nomen

Translation Matrix for allure:

Noun	Related Translations	Other Translations
air	aanzien; allure	aangezicht; aanzien; buitenkant; deun; deuntje; exterieur; gedaante; gelaat; manier van kijken; melodie; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; wijs; wijsje
allure	aanzien; allure	aangezicht; aanzien; air; buitenkant; draf; gang van een paard; gedaante; gelaat; gezwindheid; in volle vaart; kwiekheid; rapheid; rapiditeit; rijsnelheid; schielijkheid; snelheid; tempo; tred; type; uiterlijk; vaart; verschijning; vertoon; vlotheid; vlugheid; voorkomen; vorm
apparence	aanzien; allure	aangezicht; aanzien; air; buitenkant; dekmantel; exterieur; façade; gedaante; gelaat; iemand zijn uiterlijk; illusie; masker; schijn; schijngestalte; type; uiterlijk; uiterlijke schijn; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; weergave
aspect	aanzien; allure	aanblik; aangezicht; aanzien; aspect; buitenkant; exterieur; facet; gedaante; gelaat; iemand zijn uiterlijk; opzicht; schim; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm

Related Words for "allure":

allures

External Machine Translations:

Remove Ads

French and Dutch Search Results for: allure

Detailed Translations for allure from French to Dutch

allure:

allure [la ~] nomen

l'allure (apparence; forme; figure; mine; aspect; air; physique; extérieur)

l'allure (rapidité; vélocité; promptitude; précipitation; vitesse)

l'allure (apparence; air; aspect)

l'allure (airs; apparence)

l'allure (trot; galop)

l'allure (démarche; pas)

l'allure (à toute allure; vitesse; marche)

l'allure (vitesse de conduite; vitesse; train)

l'allure (agilité; vitesse; rapidité; vélocité)

Translation Matrix for allure:

Synonyms for "allure":

Wiktionary Translations for allure:

alluré:

Synonyms for "alluré":

Related Translations for allure

Detailed Translations for allure from Dutch to French

allure:

allure [de ~] nomen

de allure (aanzien)

Translation Matrix for allure:

Related Words for "allure":