Spanish

Detailed Translations for bar from Spanish to Dutch

bar:

bar [el ~] nomen

  1. el bar (café; cafetería; taberna; )
    het café; de kroeg; de taveerne; de lokaliteit; de tapperij; de bar
  2. el bar (cafetería; taberna; tasca)
    het café; de kroeg; de taveerne; de tapperij
  3. el bar (cafetería; posada; taberna; )
    de herberg; café-hotel
  4. el bar (cafetería; salón de té; tenedor; café)
    het koffiehuis; de espressobar; de koffieshop; het theehuis
  5. el bar (taberna; comedor; café; cafetería; barraca)
    de gelagkamer
  6. el bar (trampa; masilla; venta; )
    de knijp
  7. el bar (foyer)
    de foyer; de koffiekamer
  8. el bar (fritura; puesto de patatas fritas; freiduría; )
    de frituur; de patatkraam
  9. el bar (taberna; venta; barra; )
    de uitspanning
  10. el bar (cafetería; merendero; salón de té; restaurante)
    de lunchroom; lunchlokaliteit

Translation Matrix for bar:

NounRelated TranslationsOther Translations
bar apuro; bar; bayuca; cafetería; café; establecimiento; local; masilla; merendero; mesón; pegamento; posada; restaurante; sala; salón de té; taberna; tasca; tenedor; venta barra; bufe; mostrador
café apuro; bar; bayuca; cafetería; café; establecimiento; local; masilla; merendero; mesón; pegamento; posada; restaurante; sala; salón de té; taberna; tasca; tenedor; venta cafetería; café
café-hotel bar; cafetería; establecimiento; local; mesón; posada; sala; taberna; tasca
espressobar bar; cafetería; café; salón de té; tenedor
foyer bar; foyer
frituur bar; bar americano; cafetería; café; cantina; freiduría; fritura; puesto de patatas fritas; restaurante de autoservicio cafetería; freidora
gelagkamer bar; barraca; cafetería; café; comedor; taberna
herberg bar; cafetería; establecimiento; local; mesón; posada; sala; taberna; tasca casa de huéspedes; empresa hotelera; fonda; habitación; hostal; hotel; internado; pensión
knijp bar; bayuca; brazadera; cafetería; cepo; clavija; establecimiento; grapa; local; masilla; mesón; pegamento; pinza; posada; presilla; sala; taberna; tasca; trampa; venta
koffiehuis bar; cafetería; café; salón de té; tenedor cafetería; café
koffiekamer bar; foyer
koffieshop bar; cafetería; café; salón de té; tenedor
kroeg apuro; bar; bayuca; cafetería; café; establecimiento; local; masilla; merendero; mesón; pegamento; posada; restaurante; sala; salón de té; taberna; tasca; tenedor; venta
lokaliteit apuro; bar; bayuca; cafetería; café; establecimiento; local; masilla; merendero; mesón; pegamento; posada; restaurante; sala; salón de té; taberna; tasca; tenedor; venta
lunchlokaliteit bar; cafetería; merendero; restaurante; salón de té
lunchroom bar; cafetería; merendero; restaurante; salón de té
patatkraam bar; bar americano; cafetería; café; cantina; freiduría; fritura; puesto de patatas fritas; restaurante de autoservicio
tapperij apuro; bar; bayuca; cafetería; café; establecimiento; local; masilla; merendero; mesón; pegamento; posada; restaurante; sala; salón de té; taberna; tasca; tenedor; venta
taveerne apuro; bar; bayuca; cafetería; café; establecimiento; local; masilla; merendero; mesón; pegamento; posada; restaurante; sala; salón de té; taberna; tasca; tenedor; venta
theehuis bar; cafetería; café; salón de té; tenedor
uitspanning bar; barra; bayuca; bufe; cafetería; café; canilla; comedor; espita; grifo; merendero; mesón; posada; restaurante; salón de té; sotana; taberna; tasca; tenedor; venta
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
bar abominable; calvo; deplorable; lamentable; miserable; mísero; pobre; terrible; triste

Related Words for "bar":


Synonyms for "bar":


Wiktionary Translations for bar:

bar
noun
  1. toonbank met etenswaar
  2. publieke drinkgelegenheid

Cross Translation:
FromToVia
bar bar; café; taveerne bar — business licensed to sell intoxicating beverages
bar kroeg pub — public house
bar bar Bar — eine Maßeinheit für den Druck; 1 bar = 105 N/m² = 105 Pa
bar café BarRäumlichkeit zum Ausschank und zur Einnahme von Getränken, der Ausschanktisch
bar wed; drenktrog; drinkbak abreuvoirlieu où les cheval et les bestiaux peuvent boire.
bar bar; toog bar — Débit de boisson

Related Translations for bar



Dutch

Detailed Translations for bar from Dutch to Spanish

bar:

bar [de ~] nomen

  1. de bar (café; kroeg; taveerne; lokaliteit; tapperij)
    el bar; el café; la cafetería; la taberna; la tasca; la posada; la bayuca; el tenedor; la sala; el establecimiento; el merendero; el pegamento; la venta; el mesón; el salón de té; el local; el apuro; la masilla; el restaurante
  2. de bar (tapkast; spon; drankbuffet; )
    el mostrador; la barra; el bufe

Translation Matrix for bar:

NounRelated TranslationsOther Translations
apuro bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne gelazer; narigheid; trammelant
bar bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café; café-hotel; espressobar; foyer; frituur; gelagkamer; herberg; knijp; koffiehuis; koffiekamer; koffieshop; kroeg; lunchlokaliteit; lunchroom; patatkraam; tapperij; taveerne; theehuis; uitspanning
barra bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog balk; balkonhek; balustrade; band; boekdeel; chocolade; chocoladereep; deel; gelid; geluidsniveau; kuip; reep; rij; spijl; staaf; stijl; tobbe; tralie; uitspanning; volume; waskuip; zitstang; zitstok; zitstok om te wandelen
bayuca bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne knijp; uitspanning
bufe bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog buffet; koud buffet; uitspanning
cafetería bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne bistro; cafetaria; café; café-hotel; coffeeshop; eetcafé; eetgelegenheid; eethuis; eethuisje; eetzaal; espressobar; frituur; gelagkamer; herberg; kantine; knijp; koffiehuis; koffieshop; koffietent; kroeg; lunchlokaliteit; lunchroom; patatkraam; restaurant; restauratie; restauratiezaal; schaftlokaal; snackbar; snelbuffet; stationsrestauratie; tapperij; taveerne; tearoom; theehuis; theesalon; uitspanning
café bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne biercafé; café; espressobar; frituur; gelagkamer; koffie; koffiehuis; koffieshop; patatkraam; theehuis; uitspanning
establecimiento bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café-hotel; grondlegging; herberg; het stichten; instelling; knijp; nederzetting; oprichting; stichting; vestiging
local bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café-hotel; herberg; knijp; leslokaal; lokaal; schoollokaal; vaklokaal
masilla bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne hokje; hol; hol van een dier; knijp; leger; plamuur; plamuursel; schuilplaats; stopverf
merendero bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne lunchlokaliteit; lunchroom; strandtent; uitspanning
mesón bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café-hotel; herberg; knijp; uitspanning
miserable ellendeling; galbak; hork; kinkel; klier; kreng; lomperd; mispunt; proleet; schoft; schurk; smeerlap; stuk ongeluk; vlegel
mostrador bar; buffet; drankbuffet; spon; tap; tapkast; toog balie; counter; incheckbalie; toog; toonbank
pegamento bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne hokje; hol; hol van een dier; kit; kleefmiddel; kleefpasta; kleefstof; knijp; leger; lijm; plak; plakmiddel; plaksel; schuilplaats
pobre arme drommel; armoedzaaiers; bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flits; ongelukkige; pauper; stakkerd; sukkelaar
posada bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne buitencafé; café-hotel; herberg; knijp; uitspanning; uitspanningsoord
restaurante bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne buitencafé; eetcafé; eetgelegenheid; eethuis; eethuisje; lunchlokaliteit; lunchroom; restaurant; restauratie; uitspanning
sala bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne aparte vergaderruimte; café-hotel; grote kamer; herberg; knijp; ruimte; veranda; zaal
salón de té bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne espressobar; koffiehuis; koffieshop; lunchlokaliteit; lunchroom; restauratie; stationsrestauratie; tearoom; theehuis; theesalon; uitspanning
taberna bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café; café-hotel; eetcafé; eetgelegenheid; eethuis; eethuisje; gelagkamer; herberg; knijp; kroeg; restaurant; restauratie; tapperij; taveerne; uitspanning
tasca bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café; café-hotel; herberg; knijp; kroeg; tapperij; taveerne; uitspanning
tenedor bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne espressobar; koffiehuis; koffieshop; restauratie; stationsrestauratie; tearoom; theehuis; theesalon; uitspanning
venta bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne afzet; buitencafé; knijp; omzet; uitspanning; verkoop
- café; kroeg
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
local hier en daar; lokaal; on-premises; plaatselijk; plaatsgebonden
ModifierRelated TranslationsOther Translations
abominable armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig afgrijselijk; afschuwelijk; akelig; armzalig; atheïstisch; bedonderd; belazerd; beroerd; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; goddeloos; godloos; gruwelijk; karig; lamlendig; mager; meelijwekkend; miserabel; naar; ontzettend; pover; schamel; schandalig; schandelijk; schraal; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verfoeilijk; verschrikkelijk; vreselijk
calvo bar; onbegroeid kaal; kaalhoofdig; onbehaard; zonder haar
deplorable armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig armzalig; bedonderd; bedrukt; beklagenswaardig; belazerd; beroerd; betreurenswaardig; deerlijk; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; ernstig; gedrukt; godgeklaagd; grauw; hemeltergend; jammer; jammerlijk; karig; kwalijk; lamlendig; mager; meelijwekkend; miserabel; mismoedig; mistroostig; moedeloos; neerslachtig; onbevredigend; onfortuinlijk; ongelukkig; ontoereikend; onvoldoende; pover; rouwig; schamel; schraal; sneu; somber; spijtig; stakkerig; teleurstellend; ten hemel schreiend; teneergeslagen; terneergeslagen; treurig; triest; troosteloos; van bedenkelijke aard; verdrietig; vreugdeloos; week; zeer ergerlijk; zielig; zwak
lamentable armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig akelig; armoedig; bedonderd; bedrukt; belazerd; beroerd; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; deerlijk; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; excessief; extreem; flodderig; gedrukt; haveloos; heel erg; hogelijk; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig; meelijwekkend; miserabel; mismoedig; mistroostig; moedeloos; naar; naargeestig; neerslachtig; onfortuinlijk; ongelukkig; pover; rouwig; schamel; sjofel; sjofeltjes; somber; ten zeerste; teneergeslagen; terneergeslagen; treurig; uitermate; uiterst; verdrietig; verlopen; week; zeer; zwak
miserable armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig armoedig; armzalig; bedonderd; belazerd; beroerd; deerlijk; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; flodderig; haveloos; lamlendig; lamzalig; luizig; meelijwekkend; miserabel; ontzettend; pover; rouwig; schamel; schooierig; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; sjofel; sjofeltjes; treurig; verdrietig; verlopen; verschrikkelijk; vreselijk
mísero armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig armoedig; bekaaid; dun; er bekaaid afkomen; flodderig; geen vet op de botten hebbende; haveloos; iel; mager; pover; rouwig; schamel; schraal; schriel; sjofel; sjofeltjes; treurig; verdrietig; verlopen
pobre armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig arm; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; bekaaid; berooid; deerlijk; deplorabel; dun; ellendig; er bekaaid afkomen; flodderig; geen vet op de botten hebbende; haveloos; iel; karig; krap; luizig; luttel; mager; meelijwekkend; miserabel; niet overvloedig; onbemiddeld; ongegoed; onvermogend; pover; schamel; schooierig; schraal; schriel; sjofel; sjofeltjes; verlopen; weinig
terrible armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig afgrijselijk; afschrikwekkend; afschuwelijk; afschuwwekkend; barbaars; beestachtig; bruut; dreigend; eng; godgeklaagd; gruwelijk; hemeltergend; ijzingwekkend; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; ontzettend; schandalig; schandelijk; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; schromelijk; ten hemel schreiend; verfoeilijk; verschrikkelijk; vreselijk; week; wreed; zeer ergerlijk; zwak
triste armzalig; bar; deerniswekkend; ellendig; erbarmelijk; erg; rampzalig aan een ziekte lijdend; bedroefd; bedroevend; bedrukt; deerlijk; deplorabel; droef; droefgeestig; droevig; druilerig; ellendig; ellendige; gedrukt; grauw; helaas; jammer; jammer genoeg; meelijwekkend; melancholisch; melancholische; miezerig; miserabel; mismoedig; mistroostig; moedeloos; naargeestig; neerslachtig; onfortuinlijk; ongelukkig; pessimistisch; rouwig; sneu; somber; spijtig; teneergeslagen; terneergeslagen; treurig; triest; troosteloos; verdrietig; vreugdeloos; week; ziek; zwaarmoedig; zwak

Related Words for "bar":


Synonyms for "bar":


Related Definitions for "bar":

  1. heel erg1
    • het is bar koud vandaag1
  2. hoge toonbank in een café1
    • we dronken een pilsje aan de bar1
  3. waar je heen gaat om iets te drinken1
    • ik heb in die bar met hem afgesproken1

Wiktionary Translations for bar:


Cross Translation:
FromToVia
bar bar bar — business licensed to sell intoxicating beverages
bar bar Bar — eine Maßeinheit für den Druck; 1 bar = 105 N/m² = 105 Pa
bar austero austère — Qui est rigoureux pour le corps et qui mortifier les sens et l’esprit. — note Se dit surtout des doctrines et des pratiques religieux.
bar bar bar — Débit de boisson
bar inclemente; severo; adusto sévère — Qui est rigide, sans indulgence.

Related Translations for bar