Summary
English to Dutch: more detail...
Dutch to English: more detail...
- rook:
- roken:
- ruiken:
- Wiktionary:
-
User Contributed Translations for rook:
- fume
English
Detailed Translations for rook from English to Dutch
rook:
Translation Matrix for rook:
Noun | Related Translations | Other Translations |
roek | rook | |
- | Corvus frugilegus; castle |
Related Words for "rook":
Synonyms for "rook":
Related Definitions for "rook":
Wiktionary Translations for rook:
rook
Cross Translation:
noun
verb
rook
-
cheat, swindle
- rook → valsspelen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rook | → kraai | ↔ Krähe — ein Rabenvogel mit starkem Schnabel (mittelgroße Arten der Gattung Corvus) |
• rook | → roek | ↔ Saatkrähe — ein Singvogel der Familie der Rabenvogel |
• rook | → roek | ↔ corbeau freux — ornithol|nocat Espèce d’oiseau passereau d’Eurasie, corbeau au plumage noir d’un éclat métallique ou brun-violet et à bec effilé et non garni de plumes. |
Dutch
Detailed Translations for rook from Dutch to English
rook:
Translation Matrix for rook:
Noun | Related Translations | Other Translations |
evaporation | damp; rook; walm | uitwaseming; verdamping; wasem; zichtbare damp |
thick smoke | damp; rook; walm | |
vapor | damp; rook; walm | uitwaseming; wasem; waterdamp; zichtbare damp |
vapour | damp; rook; walm | uitwaseming; wasem; waterdamp; zichtbare damp |
Related Words for "rook":
Related Definitions for "rook":
Wiktionary Translations for rook:
rook
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rook | → smoke; fume; reek | ↔ Rauch — durch Verbrennung entstehende Gase, Dämpfe und Partikel (als Schwebeteilchen in der Luft) |
• rook | → smoke | ↔ fumée — nuée de particules en suspension dans l’air former une masse gazeuse opaque, qui sortir des choses brûler, ou extrêmement échauffer par le feu. |
roken:
-
roken
– loslaten van grijze wolken 2
Conjugations for roken:
o.t.t.
- rook
- rookt
- rookt
- roken
- roken
- roken
o.v.t.
- rookte
- rookte
- rookte
- rookten
- rookten
- rookten
v.t.t.
- heb gerookt
- hebt gerookt
- heeft gerookt
- hebben gerookt
- hebben gerookt
- hebben gerookt
v.v.t.
- had gerookt
- had gerookt
- had gerookt
- hadden gerookt
- hadden gerookt
- hadden gerookt
o.t.t.t.
- zal roken
- zult roken
- zal roken
- zullen roken
- zullen roken
- zullen roken
o.v.t.t.
- zou roken
- zou roken
- zou roken
- zouden roken
- zouden roken
- zouden roken
en verder
- is gerookt
- zijn gerookt
diversen
- rook!
- rookt!
- gerookt
- rokend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for roken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
smoke | kruitdamp; peuk; sigaret; stinkstok | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
smoke | roken | dampen; oproken; stomen; tabak roken; uitwasemen; walm afgeven; walmen; wasemen |
Related Words for "roken":
Related Definitions for "roken":
Wiktionary Translations for roken:
roken
Cross Translation:
verb
roken
verb
-
to inhale and exhale smoke from a burning cigarette
-
to inhale and exhale tobacco smoke regularly or habitually
-
to give off smoke
-
to preserve or prepare by treating with smoke
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• roken | → smoke | ↔ rauchen — etwas anzünden und den Rauch einatmen |
• roken | → smoke | ↔ rauchen — Qualm in die Luft abgeben oder ausstoßen |
• roken | → smoke | ↔ fumer — jeter de la fumée. |
ruiken:
-
ruiken (een geur verspreiden; rieken; geuren)
– waarnemen met je neus 2 -
ruiken (stinken; meuren; een luchtje hebben; rieken; walmen; geuren)
– een geur verspreiden 2to smell; to stink; to have something fishy about it-
have something fishy about it verb (has something fishy about it, had something fishy about it, having something fishy about it)
Conjugations for ruiken:
o.t.t.
- ruik
- ruikt
- ruikt
- ruiken
- ruiken
- ruiken
o.v.t.
- rook
- rook
- rook
- roken
- roken
- roken
v.t.t.
- heb geroken
- hebt geroken
- heeft geroken
- hebben geroken
- hebben geroken
- hebben geroken
v.v.t.
- had geroken
- had geroken
- had geroken
- hadden geroken
- hadden geroken
- hadden geroken
o.t.t.t.
- zal ruiken
- zult ruiken
- zal ruiken
- zullen ruiken
- zullen ruiken
- zullen ruiken
o.v.t.t.
- zou ruiken
- zou ruiken
- zou ruiken
- zouden ruiken
- zouden ruiken
- zouden ruiken
diversen
- ruik!
- ruikt!
- geroken
- ruikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ruiken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
smell | aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; luchtje; reuk | |
stink | kwade reuk; stank | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
have something fishy about it | een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen | |
smell | een geur verspreiden; een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen | snuffelen |
stink | een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen |
Related Definitions for "ruiken":
Wiktionary Translations for ruiken:
ruiken
ruiken
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ruiken | → embalm; perfume; fragrance; give off an odour; reek; smell | ↔ embaumer — introduire dans un cadavre des substances propres à empêcher qu’il ne se corrompre. |
• ruiken | → smell | ↔ flairer — chercher à découvrir par l’odeur, en parlant du chien et de certains animaux. |
• ruiken | → feel; sense; grope; finger; touch; give off an odour; reek; smell | ↔ sentir — Traductions à trier suivant le sens |