Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Search: chamber

English and Dutch Search Results for: chamber

Summary

English to Dutch: more detail...

chamber:
- kamer; ruimte in een gebouw; vertrekken; vertrek; grote kamer; zaal
Wiktionary:
- chamber → kamer, slaapkamer, lokaal, vertrek
- chamber → tonnetje, vaatje, kamer, akte, document, bedrijf, lokaal, vertrek, bonk, brok, eindje, stukje, homp

English

Detailed Translations for chamber from English to Dutch

chamber:

chamber [the ~] nomen

the chamber (room)
de kamer; ruimte in een gebouw; het vertrekken; het vertrek
- kamer [de ~] nomen
- ruimte in een gebouw [znw.] nomen
- vertrekken [het ~] nomen
- vertrek [het ~] nomen
the chamber (hall; room)
grote kamer; de zaal
- grote kamer [znw.] nomen
- zaal [de ~] nomen

Translation Matrix for chamber:

Noun	Related Translations	Other Translations
grote kamer	chamber; hall; room
kamer	chamber; room	States General Chamber; parliament
ruimte in een gebouw	chamber; room
vertrek	chamber; room	departing; departure; going away; leaving; sailing; starting; taking off
vertrekken	chamber; room	chambers; depart; leave; leaving; rooms
zaal	chamber; hall; room
-	bedchamber; bedroom; sleeping accommodation; sleeping room
Verb	Related Translations	Other Translations
vertrekken		abandon; break up; depart; depart from; go; go away; leave; retire; secede from; take off; withdraw
Other	Related Translations	Other Translations
-	lock chamber; sluice chamber

Related Words for "chamber":

chambers

Synonyms for "chamber":

enclosure
cavity; bodily cavity; cavum
room
assembly
bedroom; sleeping room; bedchamber
house; put up; domiciliate

Related Definitions for "chamber":

a room used primarily for sleeping¹
a natural or artificial enclosed space¹
a room where a judge transacts business¹
an enclosed volume in the body¹
- the chambers of his heart were healthy¹
a deliberative or legislative or administrative or judicial assembly¹
- the upper chamber is the senate¹
place in a chamber¹

Wiktionary Translations for chamber:

chamber

noun

legislative body
- chamber → kamer
part of a firearm holding the round before firing
- chamber → kamer
enclosed space
- chamber → kamer
bedroom
- chamber → slaapkamer

chamber

noun

deel van een huis
- kamer → chamber; room
een ruim vertrek dat voor een bepaald doel gebruikt wordt
- lokaal → chamber; place; room
een afgesloten deel van een woning
- vertrek → chamber; room

Cross Translation:

From	To	Via
• chamber	→ tonnetje; vaatje; kamer	↔ baril — Sorte de petit tonneau.
• chamber	→ tonnetje; vaatje; kamer	↔ barillet — Petit baril.
• chamber	→ akte; document; bedrijf; kamer; lokaal; vertrek; bonk; brok; eindje; stukje; homp	↔ pièce — partie, portion, morceau d’un tout.
• chamber	→ kamer; lokaal; vertrek	↔ salle — pièce d’un bâtiment.

Related Translations for chamber

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University