Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Pronomen:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Pronomen from German to Dutch

Pronomen:

Pronomen [das ~] nomen

  1. Pronomen (Fürwort)
    het voornaamwoord

Translation Matrix for Pronomen:

NounRelated TranslationsOther Translations
voornaamwoord Fürwort; Pronomen

Synonyms for "Pronomen":


Wiktionary Translations for Pronomen:

Pronomen
noun
  1. Linguistik: eine Wortart; ein Wort, welches ein anderes Wort (meist ein Nomen) oder ein Satzglied ersetzt.
Pronomen
noun
  1. (grammatica, nld) een woord dat verwijst naar iets anders zonder ze te noemen. Het woord waarnaar verwezen wordt, heeft een bepaalde zelfstandigheid of kenmerk

Cross Translation:
FromToVia
Pronomen voornaamwoord pronoun — pronoun
Pronomen voornaamwoord pronom — (grammaire, fr) mot-outil qui peut prendre la place d’un syntagme nominal.